
Nicole Lewalle
De voorbije weken is de situatie van mensen zonder papieren weer actueel. Denk maar aan de 90-jarige Fatma, die bevel kreeg om het grondgebied te verlaten, ook al is ze ziek en woont haar familie hier. Of aan de sans-papiers die in Brussel in de Begijnhofkerk slapen. Hoe leven mensen zonder papieren? Zijn er politieke oplossingen?
Farida, 51 jaar oud, is in België geboren. Haar hele familie heeft de Belgische nationaliteit. Ze heeft altijd in België gewerkt, in de schoonmaaksector. Ze poetst bij gezinnen maar maakt ook kantoren en openbare gebouwen schoon, voor 6 tot 8 euro per uur. Maar ze heeft geen papieren en dus is ze niet beschermd tegen uitbuiting en geweld, ook niet in geval van ziekte of werkloosheid. Ze heeft een fortuin uitgegeven aan advocaten, maar het haalt allemaal niets uit. Ze moet nog altijd vrezen voor een bevel om het grondgebied te verlaten. Waar zou ze dan heen moeten? Buiten België heeft ze niemand.
Bezetting van de Begijnhofkerk
Sinds 30 januari bezetten werknemers de Begijnhofkerk. In februari startten ze nog andere bezettingen, aan de ULB en de VUB. Ze kwamen in actie omdat ze uitgeput zijn na jaren van uitbuiting, omdat ze geen rechten hebben en een precair leven leiden, een leven dat door de huidige gezondheidscrisis en de economische crisis nog moeilijker is geworden.
Farida is lang niet de enige in de Begijnhofkerk. Ook de 28-jarige Mehdi neemt deel aan de bezetting. Hij was een tiener toen hij in ons land aankwam en bij zijn Belgische zussen ging wonen. Al zijn inspanningen om papieren te krijgen, liepen op niets uit. Hij volgde opleidingen en overleeft door hier en daar te werken. Maar door de coronacrisis is zijn situatie niet langer houdbaar.
In de kerk komen we ook Nadia tegen. Zij verliet Marokko, samen met haar zoon, vanwege ernstig familiaal geweld. Ze heeft een diploma lichamelijke opvoeding maar kan dat beroep niet uitoefenen. Haar zoon is nu 16 jaar en zit in het 4de middelbaar in Anderlecht. Alles wat ze ondernomen heeft om zich te regulariseren draaide op niets uit. België wil hen terugsturen naar Marokko, voor Nadia een levensgevaarlijke plek.
En er is Mamadou, die hier al 15 jaar werkt. Hij had een verblijfsvergunning, maar die was gekoppeld aan zijn arbeidscontract. Zijn baas bleek te frauderen en gaf hem niet aan als werknemer. Op slag was hij niet alleen zijn sociale bescherming kwijt, ook zijn verblijfsvergunning werd ingetrokken. Sindsdien is hij hier “illegaal”. Tienduizenden mensen verkeren in dezelfde situatie. Ze zijn het slachtoffer van uitbuiting en van wetten die werknemers niet beschermen.
2 tot 8 euro per uur
Deze getuigenissen zijn een fractie van wat tienduizenden mensen meemaken die in België zonder papieren moeten overleven. Die mensen werken en verdienen slechts een paar euro per uur (meestal 2 tot 8 euro). Ze worden uitgebuit in belangrijke sectoren in onze economie. Ze bouwen wolkenkrabbers en openbare voorzieningen.
Het ACV stelde de uitbuiting aan de kaak van werknemers zonder papieren die in Brussel werden ingezet bij de renovatie van het metrostation Kunst-Wet. De pers ontdekte dat dat ook het geval was bij de bouw van het gebouw voor de Raad van Europa. Sommige bezetters van de Begijnhofkerk werken op de werf van de nieuwe Brusselse metrolijn. De werknemers zonder papieren maken ook kantoren schoon en instellingen als het Justitiepaleis en de parlementen. De vrouwelijke sans-papiers doen meestal huishoudelijk werk of verzorgen kinderen of bejaarden, veelal in mooie woon- of zakenwijken. De mannen werken ook dikwijls op markten, ze beginnen om 3 uur ’s ochtends, werken tot 17 uur en krijgen daarvoor 25 tot 30 euro.
In geval van een arbeidsongeval door gebrekkige bescherming, of van overlijden of geweld (vooral seksueel geweld), is het voor die mensen of families zo goed als onmogelijk hun rechten te laten gelden. De familie Silva heeft het aan den lijve ondervonden. De familie komt uit Brazilië en woont in Brussel. In augustus overleed de vader op een bouwwerf, omdat de beschermingsmaatregelen niet gerespecteerd werden. De moeder en de twee kinderen bleven achter zonder enige vorm van hulp. De familie heeft niet eens inzage in het gerechtelijk dossier en de verzekering erkent het arbeidscontract niet.
Als mensen zonder papieren een klacht indienen, nemen ze een enorm risico. Ook als ze het slachtoffer worden van een systeem dat er alle belang bij heeft die mensen te kunnen blijven uitbuiten, behandelt de overheid hen in eerste instantie als criminelen. Als ze contact opnemen met de autoriteiten, riskeren ze in een gesloten centrum opgesloten te worden of zelfs onder dwang het land te worden uitgezet.
Onduidelijke wetgeving en pure willekeur
In België is de wet die bepaalt hoe mensen zonder papieren recht kunnen hebben op een verblijfsvergunning niet bepaald duidelijk. Kandidaten kunnen bij de Dienst Vreemdelingenzaken een aanvraag indienen en moeten daarvoor 350 euro betalen. In die aanvraag moeten ze bewijzen dat er sprake is van “uitzonderlijke omstandigheden” die het “moeilijk of onmogelijk maken” om terug te keren naar het land waarvan men de nationaliteit heeft. Maar nergens in de wet wordt er ook maar iets nauwkeurig gedefinieerd. De uitkomst van de aanvraag is dus heel arbitrair en in de meeste gevallen kun je er niets tegen doen. Ook al woont je familie hier, heb je vast werk en zijn er mensen die kunnen bewijzen dat je geïntegreerd bent.
In 2000 en ook in 2009 hebben actiegroepen van mensen zonder papieren met de steun van vele burgers, het maatschappelijk middenveld en de vakbonden grote stappen vooruit gezet. Binnen een vastgelegde periode konden ze een verblijfsvergunning krijgen op basis van objectieve criteria en de analyse van hun persoonlijk dossier. In andere landen, onder andere in Spanje, bestaat zelfs een permanente wet die objectieve criteria hanteert. Een persoon die verschillende jaren heeft gewerkt, heeft recht op een verblijfsvergunning. En bijvoorbeeld Portugal heeft de coronacrisis en het sluiten van de grenzen erkend als uitzonderlijke omstandigheden die de regularisering van mensen zonder papieren mogelijk maken.
Er bestaan alternatieven
De meeste organisaties uit het maatschappelijk middenveld vragen een wet die eindelijk rechtvaardig en efficiënt is. Er bestaan alternatieven om het verblijf te regulariseren. Zo zou men in de wet objectieve criteria kunnen opnemen zoals duurzame verankering of werk, en bepalen dat elk individueel dossier behandeld moet worden door een commissie die volledig onafhankelijk is van de staatssecretaris. Tot vandaag beslist die immers helemaal in zijn eentje en hij laat zich daarbij door het politieke klimaat leiden.
Er zijn verschillende redenen waarom we een duidelijke en rechtvaardige wet nodig hebben: om een einde te maken aan de humanitaire crisis waarin mensen zonder papieren zich bevinden en een einde te maken aan de uitbuiting; om sociale dumping te bestrijden, een systeem dat de lonen, arbeidsomstandigheden en de bescherming van alle werknemers ondergraaft; om de bijdragen aan de sociale zekerheid te verhogen, wat de hele bevolking ten goede komt. En ook om het virus efficiënter te bestrijden, door mensen zonder papieren volledige toegang te geven tot het gezondheidssysteem, coronatests en vaccinaties. Of zoals microbioloog Emmanuel André het in het vorige nummer van Solidair verwoordde: “Je kunt geen efficiënt gezondheidssysteem hebben als je een deel van de samenleving uitsluit, met name de mensen die door ons land niet officieel erkend worden. (…) De vraag is niet: wie kan gebruikmaken van ons gezondheidssysteem. De vraag is: als iemand erbuiten valt, wat moeten we dan doen om die persoon er toegang toe te geven?”
Het maatschappelijk middenveld, organisaties van mensen zonder papieren en de vakbonden hebben het initiatief We are Belgium too gelanceerd. Het is de bedoeling zoveel mogelijk handtekeningen te verzamelen om zo de mensen zonder papieren bij hun strijd te steunen.
Om hen op het terrein te helpen hebben militanten van de PVDA het netwerk Vriendschap zonder grenzen opgericht. Aarzel niet om ons te contacteren.